P
Pad:
Instelling op sommige microfoons om te zorgen dat gevoeligheid lager wordt (dit kan nodig zijn als microfoon voor een zeer luide bron staat).
Pad kan ook ‘platform’ betekenen, als in oppervlakte voor elektronische drums of controlers.
Passive:
Tegenovergesteld van Active. Bij luidsprekers betekend dit dat er nog een versterker nodig is en bij bijvoorbeeld een DI-Box dat deze zonder extern voeding zijn werk zal doen.
Phase, Phaser:
Zie fase. Een phaser is een modulatie effect apparaat (of plug-in) welke de fase van een audio signaal met een variërende (verschil met flanger) frequentie en diepte varieert en door deze te mengen met het origineel zal een soort van ‘zingend’ geluid ontstaan.
Pitch:
Toon hoogte.
Plug:
Zie connector.
Plugin, Plug-in:
Invoegtoepassing voor software. In audio vaak voor onze DAW in plaats van hardware.
Post:
Na. Bij audio vaak gebruikt om plaats in signaal routering aan te geven. Voorbeeld, EQ, Post-fader betekend dat de EQ na de fader komt.
Pre:
Voor. Bij audio vaak gebruikt om plaats in signaal routering aan te geven. Voorbeeld, EQ, Pre-fader betekend dat de EQ voor de fader komt.
Producen, Producer:
In de muziekindustrie is een muziekproducent, dikwijls producer genoemd, iemand die de verantwoordelijkheid heeft voor een opnamesessie. Afhankelijk van het muziekgenre en de studio-ervaring van de artiest neemt een producer een meer of minder prominente plaats in.
Tot de minimale taken van de producer behoren het indelen van de opnametijd in de studio en het nemen van eindbeslissingen.
Project:
Een, in de tijd en middelen begrensde, activiteit om iets te creëren.
In een DAW, alle instellingen en gebruikte middelen opgeslagen als bestand(en).
Q
Q:
Aanduiding gebruikt op Equalizers om bandbreedte om een bepaald frequentie aan te geven.